Dag 30/dinsdag 10-5-2016
10 mei 2016 - Cebreiro, Spanje
Vanmorgen hebben we ontbeten in onze aubergue, maar wel met onze eigen voorraad. Uit voorzorg hebben we altijd een voorraadje en dat was deze morgen: een grote baquette, margarine, droge Spaanse worst, jam, smeerkaas, bananen en sinaasappels. Terwijl ik de baquette en de worst in hapklare brokken sneed, ging Harry thee zetten. Het kleine waterkokertje in de keuken deed niet wat het geacht werd te doen, dus Harry schakelde soepel over in het bereiden van de thee in een steelpannetje. Perfect!
We hebben een gift van €15 gedoneerd voor de overnachting; men is hier trouwens vrij om te geven wat men er voor over heeft. Dat is in meer aubergues de gebruikelijke gang van zaken.
Om 07.30 uur vertrokken we uit Ponferrada; het was bewolkt en een graad je of 10.
Om een stad uit te fietsen volgens de routebeschrijving is nog wel een klus op zich. Nou viel het verkeer hier nog wel mee maar in een grotere stad is vooral het autoverkeer in de spits een factor om behoorlijk rekening mee te houden.
Misschien is het leuk om een stukje van onze routebeschrijving - die vóór ons op het stuurtasje zit - even te citeren. Het getal vóór een regel is de km-stand op de route zodat je kunt zien hoe groot de afstand is tussen de beschrijvingen.
Daar gaan we dan met de route van vanmorgen:
181,5 links ri. wijk Compostilla, na 200 m rechtdoor
182,3 einde rechts, meteen op voorrangsweg links, III Avenida
183 einde links, stukje gravel op asfalt rechts
183,5 splitsing schuin rechts, tunneltje onder snelweg
184 in dorpje Columbrianus rechtdoor,
na 300 m in bocht rechtdoor, bij stoplichten kruis voorrangsweg
Dat ziet er op het eerste oog niet makkelijk uit omdat de in de stad de opdrachten elkaar snel opvolgen en je ook op verkeer en verkeerslichten moet letten. Maar je krijgt er in vijf weken wel handigheid in.
De eerste helft van onze route was vrij vlak en de dorpjes Cacabelos, Villafranca del Bierzo en Pereje schenen nog bezig te zijn om wakker te worden. Wat me opvalt is dat er in veel huizen gewoon kachels worden gestookt. Niet alleen op hout, maar ik ruik ook de geur die ik van vroeger ken, nl. de rook van kolen, cokes en eierkolen.
Het tweede deel van onze étappe kende een behoorlijke stijging. Jammer eigenlijk dat we gisteren op het eind 1000 m daalden. Want nu moesten we vanaf een hoogte van 500 m omhoog naar 1300 m. Soms met de wind mee maar te vaak ook met wind tegen. Op een paar spatten na bleef het wel droog.
De pijp bij mij was geregeld leeg, dus even stoppen, een paar slokken water en vlot weer door want in een korte fietsbroek, een hemd, een fietsshirt en een windjack krijgt de wind snel vat op me.
Om 15.45 uur na 62 km komen we aan in de aubergue Bon Aubergue in Cebreiro. Dit is een heel klein dorpje op 1300 m hoogte. Het heeft slechts bestaansrecht doordat het aan de Santiagoroute ligt. We troffen er nog een bijzondere supermarkt aan (zie foto).
Het is hier nu regenachtig, koud en mistig.
Een prima onderkomen, die aubergue, alhoewel we op een slaapzaal liggen met ca. 30 man/vrouw. De kans dat Harry last gaat krijgen van vreemde snurkers wordt navenant groter vergeleken met het kamertje van afgelopen nacht waar we met z'n vieren lagen.
Volgens de rekenwonders hier in Cebreiro resten ons nog slechts 170 km naar Santiago de Compostela.
Dat is nog maar een stukkie, zeggen wij al tegen elkaar. Af en toe schrik ik daar zelfs van want dat betekent dat het op een haar na gevild is en dat onze reis gewoon ten einde komt.
Dat maakt toch een beetje weemoedig want mij ging het vooral om de reis zelf en niet zozeer om het doel, Santiago de Compostella. Hoeveel geschiedenis die stad ook kent en hoe mooi de naam ook klinkt .....
Morgen is de eerste dag van de laatste drie!
Tot morgen, jullie allen!
We hebben een gift van €15 gedoneerd voor de overnachting; men is hier trouwens vrij om te geven wat men er voor over heeft. Dat is in meer aubergues de gebruikelijke gang van zaken.
Om 07.30 uur vertrokken we uit Ponferrada; het was bewolkt en een graad je of 10.
Om een stad uit te fietsen volgens de routebeschrijving is nog wel een klus op zich. Nou viel het verkeer hier nog wel mee maar in een grotere stad is vooral het autoverkeer in de spits een factor om behoorlijk rekening mee te houden.
Misschien is het leuk om een stukje van onze routebeschrijving - die vóór ons op het stuurtasje zit - even te citeren. Het getal vóór een regel is de km-stand op de route zodat je kunt zien hoe groot de afstand is tussen de beschrijvingen.
Daar gaan we dan met de route van vanmorgen:
181,5 links ri. wijk Compostilla, na 200 m rechtdoor
182,3 einde rechts, meteen op voorrangsweg links, III Avenida
183 einde links, stukje gravel op asfalt rechts
183,5 splitsing schuin rechts, tunneltje onder snelweg
184 in dorpje Columbrianus rechtdoor,
na 300 m in bocht rechtdoor, bij stoplichten kruis voorrangsweg
Dat ziet er op het eerste oog niet makkelijk uit omdat de in de stad de opdrachten elkaar snel opvolgen en je ook op verkeer en verkeerslichten moet letten. Maar je krijgt er in vijf weken wel handigheid in.
De eerste helft van onze route was vrij vlak en de dorpjes Cacabelos, Villafranca del Bierzo en Pereje schenen nog bezig te zijn om wakker te worden. Wat me opvalt is dat er in veel huizen gewoon kachels worden gestookt. Niet alleen op hout, maar ik ruik ook de geur die ik van vroeger ken, nl. de rook van kolen, cokes en eierkolen.
Het tweede deel van onze étappe kende een behoorlijke stijging. Jammer eigenlijk dat we gisteren op het eind 1000 m daalden. Want nu moesten we vanaf een hoogte van 500 m omhoog naar 1300 m. Soms met de wind mee maar te vaak ook met wind tegen. Op een paar spatten na bleef het wel droog.
De pijp bij mij was geregeld leeg, dus even stoppen, een paar slokken water en vlot weer door want in een korte fietsbroek, een hemd, een fietsshirt en een windjack krijgt de wind snel vat op me.
Om 15.45 uur na 62 km komen we aan in de aubergue Bon Aubergue in Cebreiro. Dit is een heel klein dorpje op 1300 m hoogte. Het heeft slechts bestaansrecht doordat het aan de Santiagoroute ligt. We troffen er nog een bijzondere supermarkt aan (zie foto).
Het is hier nu regenachtig, koud en mistig.
Een prima onderkomen, die aubergue, alhoewel we op een slaapzaal liggen met ca. 30 man/vrouw. De kans dat Harry last gaat krijgen van vreemde snurkers wordt navenant groter vergeleken met het kamertje van afgelopen nacht waar we met z'n vieren lagen.
Volgens de rekenwonders hier in Cebreiro resten ons nog slechts 170 km naar Santiago de Compostela.
Dat is nog maar een stukkie, zeggen wij al tegen elkaar. Af en toe schrik ik daar zelfs van want dat betekent dat het op een haar na gevild is en dat onze reis gewoon ten einde komt.
Dat maakt toch een beetje weemoedig want mij ging het vooral om de reis zelf en niet zozeer om het doel, Santiago de Compostella. Hoeveel geschiedenis die stad ook kent en hoe mooi de naam ook klinkt .....
Morgen is de eerste dag van de laatste drie!
Tot morgen, jullie allen!
Lieve groet uit Epe
Jammer dat we de leuke verhalen straks gaan missen.
Nog even volhouden en jullie hebben gered.
Groetjes Henny.
Dick en Marianne.
Hans en lia.